Zonen van Jafeth

In augustus 1618 komt Thonis Meeusen, alias Antonio van Diemen, onder valse naam en voorwendselen aan in Djakatra (Java), net in de periode dat de VOC haar tanden laat zien aan de inheemse bevolking. Onder leiding van Jan Pieterszoon Coen wordt met geweld een permanente basis van de Hollanders gesticht met de naam Batavia. Daarmee is Coen echter niet tevreden. Om een monopoliepositie te verkrijgen in de handel in nootmuskaat, foelie en peper worden plannen gemaakt om de Indonesische archipel te ontdoen van weerspannige concurrenten als Engelsen, Spanjaarden en Portugezen. De Banda-eilanden zijn het middelpunt van deze strijd. Met nietsontziende hardvochtigheid worden de inwoners bestreden, uitgehongerd, afgeslacht of als slaaf verkocht. Slechts weinigen weten te ontsnappen. Thonis Meeusen ziet het aanvankelijk allemaal aan als eenvoudige boekhouder, maar groeit langzamerhand uit tot een van de machtigste mannen van de VOC: als Antonio van Diemen zal hij de langst zittende gouverneur-generaal in Zuidoost-Azië worden.